Ruimtelijke ontwikkeling stuit vaak op veel weerstand van omwonenden. Hoe ga je om met boze bewoners? Het is de kunst om boosheid te herkennen als betrokkenheid.
Een ruimtelijke ontwikkeling betekent bijna definitie dat er iets verandert. Of het nu gaat om woningbouw, windmolens, datacentra, waterberging, biodiversiteit en zonnevelden. Of om speeltuintjes, voetbalkooien en padelbanen. De bewoners die daar helemaal niet om gevraagd hebben, zien het in hun omgeving verschijnen. “Het gevolg is weerstand, maatschappelijk tumult en protest. En dan is er ook nog een dalend vertrouwen in de overheid en staan gemeente en omwonenden vaker tegenover dan naast elkaar”, weten Mark Verhijde en Nanneke van der Heijden van Beter in Burgerparticipatie. Zij hebben veel ervaring met het begeleiden van participatieprocessen. “Het is geen wonder dat je daar ook boze bewoners aantreft”, vinden ze.
Verhijde en Van der Heijden benoemen verschillende oorzaken voor die boosheid: oprechte verontwaardiging om wat verdwijnt, verdriet om wat verandert of grote teleurstelling over de uitkomst. “Wat de reden ook is, in je participatieproces moet je er aandacht voor hebben”, aldus Verhijde en Van der Heijden. “De inhoud komt namelijk niet aan bod zolang emoties het proces blokkeren.”
Het is belangrijk om boze bewoners te zien als betrokken bewoners en op die betrokkenheid aan te spreken. Hoe je dat doet, vertellen Verhijde en Van der Heijden tijdens de Masterclass Slagvaardige Participatie. “Je leert dan wat de basis is voor goed gesprek met bewoners, ook boze bewoners. Die basis bestaat uit een open houding en een oprechte interesse in wat bewoners te zeggen te hebben én wat daarachter zit. Ook een mening uit boosheid kan een project verrijken. Het is daarom belangrijk om eigen aannames opzij te zetten en aandacht te besteden aan wat mensen dwars zit. Daarbij kun je ook altijd de groep om hulp vragen. Zo kom je, samen met alle betrokkenen, verder met je participatieproces.”
Wat als andere stakeholders bezwaren hebben bij je plannen of zelfs boos zijn? “Zeker kunnen stakeholders ook boos zijn. In de participatiefase ga je daarom in gesprek met elkaar om te kijken waar de pijn zit en hoe je er uit kunt komen. Gemeenten hebben vaak vaste overlegstructuren met stakeholders zoals woningcorporaties, scholen of verenigingen waar ze deze issues kunnen bespreken.” Bang voor zwaarder geschut hoef je in deze fase nog niet te zijn. “Advocaten komen vaak pas om de hoek kijken bij de formele procedures. Dat is doorgaans nog niet het geval bij de participatie maar pas daarna, bij bezwaar en beroep.” In een ideale situatie voorkom je natuurlijk met een goed participatieproces dat het zover komt.
Ook leren hoe je omgaat met boze bewoners? Op 11 oktober geven Mark Verhijde en Nanneke van der Heijden de Masterclass Slagvaardige Participatie bij ruimtelijke initiatieven. Een masterclass gericht op bouwers, projectleiders, ontwikkelaars, aannemers, architecten, stedenbouwkundigen. Je leert onder meer hoe je de Omgevingsdialoog vormgeeft. Kijk hier voor meer informatie en aanmelden.